Praat er eens over met mensen in je omgeving die je vertrouwt. Hoe zien zij je kind? Valt ze iets op? Leg jouw beeld voor en kijk hoe zij reageren. Wie weet zien zij het anders en kunnen zij met je meedenken. Het kan ook zijn dat je je niet gesteund voelt door mensen uit je omgeving. Als je zelf het gevoel hebt dat er iets aan de hand is met je kind, probeer dan op je eigen gevoel te vertrouwen.
Als je je zorgen maakt over je kind, is het raadzaam om dit te bespreken met de pedagogisch medewerker of leerkracht van je kind. Hij of zij ziet je kind ook regelmatig en kan informatie geven over het gedrag van je kind in de groep. Ook kunnen zij het gedrag van je kind vergelijken met de andere kinderen in de groep. Is het gedrag van jouw kind opvallend?
Als de zorgen blijven bestaan, kan de school of de opvang meedenken over eventuele vervolgstappen.
Je kunt ook altijd contact opnemen met de huisarts of iemand van het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) uit je woonplaats . Ook kun je altijd terecht bij de GGD ( consultatiebureau)
Soms vraagt de basisschool om informatie over jouw kind aan de kinderopvang of de school waar jouw kind eerder op zat. Bijvoorbeeld omdat ze dan met het onderwijs beter kunnen aansluiten bij wat er al bekend is over jouw kind. En ze vragen toestemming voor een gesprek met de leiding of leerkracht die jouw kind al kent. Dit wordt een warme overdracht genoemd.
Nodigt de school je uit voor een gesprek? Vraag aan de school /opvang wat precies het doel is van het gesprek. Welke punten zij willen bespreken. En wie er nog meer bij het gesprek is. Bedenk vóór het gesprek goed wat je zelf wil bespreken. Waar je je zorgen over maakt (met voorbeelden) en wat juist goed gaat. Het is handig om dit voor jezelf op te schrijven. De aantekeningen kun je gebruiken bij het gesprek.
We proberen uiteraard op zoveel mogelijk vragen antwoord te geven. Staat de vraag waar jij als ouder van een schoolgaand kind mee zit er toch nog niet bij? Stel deze dan hieronder aan ons.